Weerstandsplanten: gewone vlier en rode zonnehoed

Door Merlijn Leebeek
Deel blog:

Aan het eind van het jaar hoop ik altijd op een strenge winter met lange vorstperiodes. Meestal is het dan ook droog. Als de vorst uitblijft, betekent dit vaak veel regen. Ik word dan verkouden en loop een grotere kans ziek te worden.

Vandaar dat december in het teken van de griep en extra weerstand staat. Om je weerstand te verhogen en de kans op griep te verkleinen, kun je diverse kruiden gebruiken. In deze blog twee van zulke kruiden: de rode zonnehoed (Echinacea purpurea), die in Nederland niet in het wild voorkomt, maar wel vaak in gezondheidsproducten gebruikt wordt en de gewone vlier (Sambucus nigra), die in alle delen van Nederland algemeen voorkomt.

RODE ZONNEHOED

De Rode zonnehoed wordt veelvuldig in producten gebruikt die de weerstand (moeten) verhogen. Van der Pigge gebruikt het o.a. in de Extra Weerstand en de Weerstandskruiden van het eigen merk.

Waaraan je de plant herkent

De rode zonnehoed is een plant uit de composietenfamilie. Veel plantenfamilies hebben kroon- en kelkbladeren, zoals dat ook op de middelbare school geleerd wordt *. Voor composieten is dat anders. Planten uit deze familie hebben bloemhoofdjes (zeg maar een hele bos bloemen bij elkaar aan één steeltje, zie de blog over de paardenbloem).

De plant heeft smalle donkergroene bladeren. De buitenste bloemen (zogeheten straalbloemen) zijn paarsroze. De binnenste bloemen vormen een oranjebruine kegel. De rode zonnehoed wordt ongeveer één meter hoog en is een vaste plant met beperkte levensduur **.

Rode zonnehoed

Waar je hem vindt

Het geslacht Echinacea is een Noord-Amerikaans geslacht. De plant komt niet van nature voor in Nederland, maar kan de Nederlandse omstandigheden wel aan. Zoals veel composieten geldt ook voor de rode zonnehoed dat hij veel licht nodig heeft om te kunnen groeien. Daarnaast heeft de plant een vruchtbare grond nodig.

GEWONE VLIER

De naam flierefluiten stamt van deze plant af (er werden fluiten van het hout van de gewone vlier gemaakt). Voor het verhogen van de weerstand kun je zowel de bloemen (vlierbloesem) als de vruchten gebruiken. Met die laatste moet je overigens wel voorzichtig zijn en ze niet onrijp eten.

Waaraan je de plant herkent

De plant behoort tot de muskuskruidfamilie. Dit is overigens niet altijd zo geweest; in een voorgaand classificeringssysteem behoorde de plant tot de kamperfoeliefamilie. De Latijnse naam bestaat uit twee delen. Sambucus komt van sambux (rode verfstof) en nigra betekent zwart, waarmee naar de vruchten verwezen wordt.

De gewone vlier is een (grote) struik of kleine boom die tot zeven meter hoog kan worden. De bast oogt dor, waardoor je in de winter kunt denken dat de struik dood is. De samengestelde bladeren (die giftig zijn voor veel diersoorten) bevatten vijf tot zeven deelbladeren. Tijdens mijn natuuropleiding was dat voor mij de bevestiging of ik met een gewone vlier of gewone es te maken had tijdens een plantentoets, waarbij je enkel een takje kreeg (de gewone es heeft minimaal negen deelbladeren).

De plant heeft veel (grote) witte bloemschermen die (uit bloemen van vijf kroon- en vijf kelkbladeren bestaat} en bloeit in de maanden juni en juli. Na de bloei komen de vruchten, zwarte bessen die in het najaar rijp zijn. Deze bessen zijn erg in trek bij (trek)vogels, zoals spreeuwen.

gewone vlier

Gewone vlier

 

vlierbes bessen

Bessen vlierbes

                      
Waar je hem vindt

De gewone vlier komt in heel Nederland voor. Hij stelt geen al te hoge eisen aan de omgeving (heeft wel enige stikstof nodig) en kan zowel in de halfschaduw als de zon prima groeien. Hij zaait zich gemakkelijk uit, ook in de tuin, en heeft een levensduur van enkele tientallen jaren.

Tip!

Van de vlierbloesem kun je zowel thee als limonade maken! Zo verhoog je de weerstand met een lekker drankje. Houd er wel rekening mee dat er luizen in de bloemen zitten. De plant heeft daar overigens zelf niet zo’n last van.

vlierbes limonade

Vlierbeslimonade

 

*  Voor degenen die dat niet meer helemaal weten hierbij een voorbeeld: een boterbloem heeft gele bloemblaadjes, dit zijn de kroonbladeren. Onder de kroonbladeren (dat zie je als je de bloem omdraait), zitten groene blaadjes, dit zijn de kelkbladeren

** Er wordt normaal gesproken onderscheid gemaakt tussen drie verschillende levensduren: éénjarig, tweejarig en meerjarig of vast. Als een plant meer dan twee jaar leeft is het dus een vaste plant. Kruiden worden in de regel minder oud dan bomen (waarvan de maximale leeftijd grofweg varieert van 100-1000 jaar) waarbij opgemerkt kan worden dat bomen die veel schaduw aankunnen om te groeien (beuk, gewone esdoorn, winterlinde) vaak ouder worden dan bomen die veel licht nodig hebben (zwarte els, katjeswilg, gewone es).

Deel blog:

replies are closed